Is het niet eens tijd voor een drastische verandering?

change-time-300x122

 

Drastische beslissingen neem je bij voorkeur ’s nachts

Een paar keer in mijn leven heb ik vrij drastische beslissingen genomen over de invulling van mijn leven. De knoop werd altijd ’s nachts doorgehakt. Misschien omdat ’s nachts alles groter en erger lijkt en dingen daardoor plotsklaps glashelder  kunnen worden.

 

Ken je dat? Dat je met een situatie in je maag zit en dat je jezelf tussen slapen en waken, zomaar ineens toestaat voorzichtig te dromen over het ook zou kunnen? Bijvoorbeeld dat je een studie doet die maar niet wil vlotten en waar je weinig lol aan beleeft. Maar ja, als je ergens aan begint wil je het graag afmaken. Je hebt er voor betaald en iedereen vindt het écht iets voor jou… En dan opeens is er dat stemmetje, dat zegt je zou ook kunnen stoppen’ of ‘hoe zou het zijn als ik besluit deze studie om te ruilen voor een ander?’

Hetzelfde geldt voor werk, dat eigenlijk al jaren lang wringt. Het geeft je in feite niets meer. En dan ineens die spannende gedachte, wat als….’ik er mee stop en op zoek ga naar iets anders?’

 

De boel op scherp durven te zetten

Het is een aantal keer in mijn leven gebeurd en altijd merkte ik dat met die gedachte alleen al, een enorme hoeveelheid energie bij me loskwam. Hoewel de afloop totaal onbekend, als de nood heel hoog werd (en dat is hij echt wel eens geweest) heb ik gelukkig steeds naar het stemmetje durven luisteren, hoe eng ik het soms ook vond. Mijn omgeving reageerde nooit negatief, eerder vol bewondering. Kennelijk herkent iedereen het en vinden we het actief de boel op scherp stellen gewoon vreselijk eng.

Daarom, zou je wel naar het stemmetje willen luisteren maar heb je nog een zetje nodig: mij hebben die nachtelijk doorgehakte knopen niets dan goeds opgeleverd. Ik zou zeggen: go for it!

Een nieuw jaar, een nieuw begin!

We waren aan het opruimen geslagen. Er moest nodig een ritje naar de Kringloop worden gemaakt want de berg onmogelijke voorwerpen bij de voordeur groeide gestaag. ‘Deze mag niet weg’, riep mijn dochter verbolgen, ‘die wil ik wel hebben!’ Ze trok een klein kastje onder een oud kinderzitje en een overtallige wasmand vandaan. Het sleutelkastje. Ik herkende het meteen want ik heb het kastje zelf gekocht, een paar jaar geleden. Destijds overtuigd dat het vreselijk handig zou zijn en van pas zou komen in ons toen nog nieuwe huis. Nadat het jaren stof stond te vergaren onder de trap, besloot ik wijs dat wij toch niet zo’n goede match waren, het sleutelkastje en ik. Mijn dochter zag echter mogelijkheden en daardoor bekeek ik het ding ook weer met andere ogen. Samen hebben we het kastje helemaal mooi gemaakt; we knipten, scheurden en plakten illustraties en foto’s uit tijdschriften, op het deurtje, de bovenkant en zelfs de binnenkant werd voorzien van een leuk rood stipje. Soms zou ik het heel anders aanpakken en jeukten mijn handen, maar ja, het was niet langer mijn kastje maar het kastje van mijn dochter. En het eindresultaat is natuurlijk geweldig!

Toen het kastje klaar was zochten we een mooi plekje aan de muren van haar kamer. Wat bleek, de kamer was eigenlijk best wel een puinhoop. Verbijsterend wat een zevenjarig meisje aan spullen verzameld, waarvan zeker de helft – dat zag ik meteen – functieloos. Dus….we hebben geruimd! Het ritje naar de Kringloop werd alsmaar noodzakelijker en de kamer steeds leefbaarder en leuker. Uiteindelijk besloot ik dat er een timmerman aan te pas moet komen: deze kamer schreeuwt om nieuwe kastruimte onder het schuine dak. En ook om een lik verf. Dat laatste kan ik dan zelf nog wel. Maar waar het me om gaat: de sneeuwbal is gaan rollen! Door het kastje, het knutselen, het plekje zoeken, opruimen en plannen maken voor de toekomst is de boel in beweging gekomen. Het hele proces geeft mijn dochter maar ook mijzelf heel veel plezier en energie! Leuk. En, bedenkt de coach in mij zich dan opeens; gaat het eigenlijk niet altijd zo? Moet je niet gewoon ergens een klein beginnetje maken, één stapje zetten en gaat de sneeuwbal dan niet als vanzelf vol nieuwe energie met je aan de rol? En is het nieuwe jaar niet een uitgelezen moment voor zo’n stap(je)? Lijkt mij wel! Succes, go for it!

Talent ontdekt!

Marcus Buckingham & Donald O. Clifton, Ontdek je sterke punten – een revolutionair programma om unieke talenten te ontwikkelen, eerste druk 2002

Een boek dat ik veel gebruik tijdens het coachen. Het boek verwoordt de ideeën die ik mijn vorige banen begon te ontwikkelen met betrekking tot ‘sterke punten’. Vooral toen ik actief lid was van een ondernemingsraad begon ik me steeds meer af te vragen waarom de waardering van werknemers zo weinig op talenten is gericht. Het viel me op dat mensen vooral worden aangesproken op zogenaamde leerpunten. Ik kan me niet herinneren dat ik ooit expliciet ben benaderd omdat bepaalde talenten mijn leidinggevende waren opgevallen. Laat staan dat mijn werkgevers deze wilden inzetten en benutten!

Waarschijnlijk heeft het met cultuur te maken. We maken niet vaak complimenten, scheppen niet op. Wij Nederlanders zijn Calvinisten en dat zit diep. Een schouderklopje op z’n tijd is toegestaan, maar dan gauw weer verder, werken aan de verbeterpunten. Klaar uit. Marcus Buckingham & Donald O. Clifton leggen haarfijn uit waarom het veel zinniger is om je te gaan richten op de dingen waar je goed in bent. Je talenten. Talenten kun je namelijk ontwikkelen en verdiepen met kennis en ervaring.Als je hierin slaagt kun je echt gaan excelleren. Wie wil dat niet?! De heren onderbouwen hun theorie wetenschappelijk en komen met goede overtuigende voorbeelden. Het leuke is dat je ook meteen aan de slag kan: na het theoretische deel één kun je in deel twee aan de slag gaan met de test. Ieder boek heeft een eigen code waarmee je op http://strenghtfinder.com achter jouw vijf talenten zult komen. Het boek sluit in deel drie af met tips voor werkgevers: hoe zet je de talenten van je werknemers in. Dit deel is minstens zo interssantvoor jou als geteste. Je kunt hier immers lezen hoe je je talenten kunt presenteren en benutten voor je werkgever.

Natuurlijk, het is behoorlijk Amerikaans qua toon en stijl en misschien niet altijd even diepgravend. Maar het fijne van dit boek (in vergelijking met veel andere Amerikaanse boeken) is dat het niet alleen om ver-van-je-bed-top-managers gaat. Het gaat ook om herkenbare mensen met talenten zoals jij en ik.

Hoe doen ze dat toch?

Saskia de Bel, Samen uit samen thuis – een recept om werk en zorg eerlijk te verdelen, 2010

Lof pakte uit: drie x Lofmagazine én dit leuke boek erbij cadeau! Saskia de Bel is psycholoog. En ervaringsdeskundige daar waar het gaat om gelijke verdeling van werk & zorg binnen het gezin. Goed bekend met de worsteling, het gevecht soms voor een gebalanceerde verdeling tussen twee partners, zo blijkt uit haar openhartige verhaal.

In haar boek ontrafelt Saskia de Bel de succesformule. Naar aanleiding van onderzoek dat ze heeft gedaan, beschrijft ze een kleine groep (6%) gezinnen die ze trendsetters noemt. Deze groep is erin geslaagd een verdeling te vinden die alle leden van het gezin gelukkig maakt. Zowel vader als moeder trendsetter ervaren voldoende ruimte voor persoonlijke ontwikkeling en professionele groei. Tegelijkertijd vinden ze dat er voldoende wederzijdse betrokkenheid is bij het gezin. Dat klinkt goed! Deze gezinnen zijn er daadwerkelijk in geslaagd alle taken gelijkwaardig te verdelen.

Hoe doen ze dat toch?
Er spelen tal van factoren mee maar de magische formule blijkt ‘autonomie in verbondenheid’. Lange tijd richtte men zich op autonomie in tegenstelling tot verbondenheid. Zolang je maar de kans kreeg je autonoom te ontwikkelen en te functioneren zou je succesvol zijn. Echter, verbondenheid met anderen blijkt van triviaal belang. Het één versterkt het ander. Daarom is het dus ook cruciaal dat ouders praten, polderen, grenzen (leren) aangeven, uitwisselen en komen tot een gelijke verdeling van werk en zorgtaken. Beiden moeten de ruimte nemen en krijgen om zich te ontwikkelen. Beiden moeten de taken verdelen die met verzorging van kinderen gepaard gaan. Trendsetters, zo ontdekte Saskia de Bel, onderhandelen en discussiëren al vóór er überhaupt sprake is van conceptie. Er wordt voorwerk gedaan. En dit blijkt goed te werken.

Het prettige van dit boek is dat het leest als een trein. Het is nergens belerend en zit vol herkenbare verhalen. Tot slot staan er tal van handige tips in. Het is een oplossingsgericht boek waar je echt wat aan kunt hebben!

In aanvulling hierop verwijs ik graag naar de cursus Kind in zicht: http://www.kindinzicht.nl/ en een leuk artikel over dit onderwerp uit het Limburgs Dagblad van 25/09/2010 http://bit.ly/cr1to4