Het valt allemaal niet mee. Vind ik persoonlijk. Waar doe je nou goed aan? Er is altijd goed, beter, best. Hoe houd je het een beetje leuk?
Ik heb het over eten. Het kwam al eerder voorbij in een blog. Als ouder wil je uiteraard niets dan het beste voor je kind. Dus zodra je kinderen vast voedsel tot zich mogen nemen (bij mijn eerste kind was dit met 4 maanden, bij mijn tweede bij 6 maanden; niets zo veranderlijk als het consultatiebureau) bekijk je de opties. En tja, dan ben je eigenlijk meteen verloren. Want er is zo ON-GE-LOOF-LIJK veel informatie over gezonde voeding. En er zijn zo ON-GE-LOOF-LIJK veel meningen en overtuigingen over voeding, dat je al gauw de draad kwijt bent. En als die meningen en overtuigingen nou allemaal kaarsrecht op één lijn zaten, maar dat is dan weer niet zo natuurlijk. Dus. Gaat mijn grote voorkeur uit naar eenvoudige theorieën. Die ik makkelijk tot mij kan nemen en praktiseren in het dagelijks leven. Dat geeft me tenminste een goed gevoel (= belangrijk!).
Het boek Echt eten, een handleiding van Micheal Pollan past in mijn straatje. Geen ellenlange wetenschappelijk onderbouwde (juk) theorieen. Leuke lay-out: links een eenvoudige tekening van een fruit, groente of wat dan ook voor voedsel. De rechterpagina bevat een ‘weetje’, al dan niet met toelichting. Bijvoorbeeld een beknopte uitleg waarom kleine vette vissen zo goed voor ons zijn, afgesloten met een oud Hollansch spreekwoord ‘Haring in het land, dokters aan de kant’. Of, andere wijsheid. ‘Iets eten wat op één poot staat (paddenstoelen en planten) is beter dan iets wat op twee poten staat (gevogelte), wat weer beter is dan iets eten dat op vier poten staat (koeien, varkens en andere zoodieren). Kijk, dat beklijft. Daar kan ik wat mee.
Of, als je écht heel weinig tijd hebt, lees de samenvatting op de achterflap: Eet echt eten. Niet te veel. Vooral planten.