Pas werd er asbest geconstateerd in het gebouw waar ik drie keer per week werk. Ik was die dag niet aanwezig, maar ik werd nauwgezet op de hoogte gehouden van de ontruiming van het gebouw en de ontwikkelingen die daarop volgden. Het was op een vrijdag. Het weekend erna kon ik steeds op mijn thuismail lezen hoe het ervoor stond en op zondag ontving ik zelfs een sms-bericht van mijn leidinggevende ‘morgen kun je gewoon weer het gebouw in’. Ik was maandag nog niet koud binnen of er begon een informatiebijeenkomst in de kantine voor alle medewerkers. Niet alleen de directeur van het pand, maar ook een GGD arts en een asbestdeskundige stonden de medewerkers vakkundig te woord. Ik heb vaak kritiek op het gebrek aan communicatie binnen ditzelfde gebouw, maar inzake de asbest niets dan lof! Niet iedereen was overigens zo lovend. Naast mij vroeg een aantal mensen zich af hoe het kon dat de werkgever zoveel mensen aan zoiets gevaarlijks als asbest had blootgesteld. Het ging er vrij stevig aan toe. Want was het niet heel onzorgvuldig van de werkgever om ons medewerkers al die tijd in de aanwezigheid van asbest te laten werken. En wat te denken van de werklieden die al maanden klus na klus volbrachten in het pand. Was daar wel eens over na gedacht?! De emoties laaiden hoog op. Directeur, GGD arts en asbestdeskundige toonden bijzonder veel medeleven, bogen mee, legden uit dat het om een honderdste van een honderdste percentage in de kit op één kamer ging. In het hele gebouw. Namen uitgebreid de tijd.
Het leek niet echt aan te komen bij mijn verontwaardigde collega’s. Na een half uur werd de bijeenkomst afgesloten. Toen ik naar buiten liep, zag ik hetzelfde groepje buiten staan na praten. Even een sigaretje roken. Ik heb helemaal niets tegen roken en rokers begrijp me goed. Maar soms ontgaat me de logica even.
🙂
LikeLike